Авторская колонка
Статьи
-
Опубликовано: 10 Февраль 2023
-
Просмотров: 4697
Nog steeds te koop in Rusland: Bavaria-bier, scheerapparaten van Philips en koffie van Douwe Egberts
Bijna een jaar na de Russische invasie van Oekraïne zijn diverse Nederlandse bedrijven nog altijd actief in Rusland. Zoals JDE Peet’s, het moederbedrijf van Douwe Egberts. Volgens critici houden ze de oorlogsmachine van Poetin overeind. ‘Je blijft de schatkist spekken.’
Michael Persson en Wilco Dekker
10 februari 2023
Nee, de bedrijven die Rusland niet hebben verlaten praten daar niet graag over. Ze schermen met gewichtige argumenten als ‘essentiële goederen’ en ‘het belang van onze werknemers’, maar trots zijn ze daar niet op. Bijna een jaar na de Russische inval in Oekraïne verwijzen ze in antwoord op specifieke vragen nog steeds naar de afgemeten generieke zinnetjes die ze al maanden geleden deden uitgaan. Daar moeten we het mee doen.
Unilever, verkoper van Magnum-ijsjes: ‘Onze positie ten aanzien van de oorlog in Oekraïne staat in deze verklaring.’
Philips, fabrikant van scheerapparaten: ‘Ik verwijs graag naar onze verklaring. Daar heb ik niets aan toe te voegen.’
Swinkels Family Brewers, brouwer van Bavaria-bier: ‘Voor antwoorden op jullie vragen verwijs ik naar onze website.’
Dan kom je terecht bij persberichten waarin staat dat ze de oorlog in Oekraïne ‘een wrede en zinloze daad van de Russische staat’ vinden (Unilever), of dat ze ‘Ruslands militaire agressie scherp veroordelen’ (Philips, Swinkels). En dat ze de activiteiten in Rusland substantieel reduceren, niet meer investeren, niet meer importeren en exporteren, geen reclame meer maken, of het licentiecontract met een plaatselijke brouwer beëindigen.
Maar intussen zijn de Magnums, Philips-scheerapparaten en Bavaria’s gewoon nog steeds te koop, in Russische supermarkten en webwinkels.
Een speciale vermelding verdient JDE Peet’s, het in Amsterdam gevestigde en aan de Amsterdamse beurs genoteerde bedrijf dat onder meer Douwe Egberts-koffie en Pickwick-thee maakt, onder het motto ‘ontketen de mogelijkheden van koffie en thee voor een betere toekomst’. Dit bedrijf beantwoordt geen vragen en verwijst evenmin naar een verklaring – omdat het nooit een verklaring heeft uitgebracht. Alleen in het halfjaarverslag van afgelopen zomer zegt het iets over de oorlog, namelijk dat het geen reclame meer maakt en niet meer investeert. Maar de fabriek in St.-Petersburg, een van de grootste factorijen van gevriesdroogde koffie in de wereld, draait door.
Bijna een jaar na de Russische invasie van Oekraïne is het opmerkelijk dat juist deze producenten van consumentenartikelen nog steeds de schappen van Moskou en St.-Petersburg bevoorraden. Terwijl bedrijven als Shell en Heineken al in een vroeg stadium hun verlies hebben genomen en vertrokken zijn, bleven sommige grote Nederlandse merken wel present.
‘Het heeft mij zeer verbaasd’, zegt Jeffrey Sonnenfeld, hoogleraar aan de universiteit van Yale in het Amerikaanse New Haven, die met zijn team bijhoudt welke internationale bedrijven hun activiteiten in Rusland hebben afgeschaald of gestopt. ‘Juist Unilever, zo’n bedrijf dat zich altijd laat voorstaan op zijn sociale en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Ik ken de voormalige bestuursvoorzitter (Paul Polman, red.) heel goed, en had nooit gedacht dat zijn bedrijf zich zo weinig verantwoordelijk zou gedragen.’
De oorlog heeft zekerheden doen kantelen. Bedrijven als Shell en Boskalis, geijkte koppen van Jut, hebben met hun vertrek uit Rusland juist een voorbeeld getoond. ‘Buitengewoon dapper’, zegt Sonnenfeld over Shell. ‘Een inspiratie voor velen.’
In zijn database geeft hij bedrijven een rapportletter van A tot F voor hun positie in Rusland, variërend van ‘compleet vertrek’, inclusief afschrijving van de Russische bezittingen, tot ‘graaft zich in’, voor bedrijven die gewoon doordraaien.
JDE Peet’s krijgt een F, de laagste beoordeling. Unilever, Philips en ING staan één treetje hoger, met een D, die staat voor ‘koopt tijd’ (de E komt niet voor op Amerikaanse rapporten). Swinkels Family Brewers was ook een F, tot deze week – waarover straks meer.
Daarmee zijn ze de zwarte schapen van de lijst. Sonnenfeld ziet juist veel bedrijven die sinds de inval juist wel hun conclusies hebben getrokken en zich hebben teruggetrokken (A), of alles hebben stilgezet en alleen hun personeel nog betalen (B). ‘Dat zijn er 900 van de 1.500’, zegt hij. ‘Nog elke dag komen er bedrijven bij die een treetje hoger komen.’
En dat heeft daadwerkelijk effect op de Russische economie. De vertrekkers vertegenwoordigen 12 procent van de werkgelegenheid, en tientallen procenten van het nationaal inkomen, zegt Sonnenfeld. ‘Dit is een fundamentele omkering van een decennialange ontwikkeling, waarbij Rusland onderdeel werd van de mondiale economie.’ Volgens zijn collega Steven Tian is er ‘veel cynisme’ over de sanctiemaatregelen en het vrijwillige vertrek van de bedrijven, maar is dat onterecht. ‘Veel media neigen naar het-werkt-toch-niet-verhalen. Die spelen Poetin in de kaart, want die kan dan doen alsof er niets aan de hand is.’ Onderzoeker Georgia Hirsty: ‘Uit Zuid-Afrika vertrokken tijdens het apartheidsregime in tien jaar 209 bedrijven. Nu zijn dat er in één jaar al bijna duizend.’
Oekraïense onderzoekers van de Kyiv School of Economics zijn wat minder positief, en komen uit op 37 procent van de westerse bedrijven die de Russische deur achter zich dicht hebben getrokken of daarmee bezig zijn. Zwitserse onderzoekers kwamen afgelopen week uit op een veel lager aantal bedrijven – slechts 8 procent. Maar hun database bleek vervuild te zijn met Russische bedrijven (die dus niet kunnen vertrekken).
Hoe dan ook moet er meer gebeuren, vinden ook Sonnenfeld en zijn team. Zij hopen dat ook westerse bedrijven als Unilever en Philips alsnog vertrekken, dat Airbus geen titanium meer uit Rusland haalt, dat Coca Cola en Pepsi de Russen niet meer het idee geven dat ze nog kunnen doorgaan met hun drinkgewoonten, dat de chique Italiaanse pastamaker De Cecco stopt met het bedienen van de Russische elite.
De Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken, Dmytro Koeleba, sprak in november van bloedgeld. ‘Ik herhaal mijn oproep aan hun klanten en partners om deze merken te boycotten totdat ze stoppen met het maken van bloedwinsten en zich terugtrekken uit Rusland’, zei hij. Hij had het bij die gelegenheid onder meer over Unilever, ING en Philips.
‘Bedrijven in Rusland genereren via de door hen betaalde belastingen niet alleen cash voor de oorlogsmachine van Poetin’, zegt Sonnenfeld. ‘Met hun aanwezigheid keuren ze in feite ook de massaslachting in Oekraïne goed. Er is een symbolische kant aan de westerse aanwezigheid: dat je accepteert wat de Russen doen. Ik verbaas me dat sommige bedrijven daar de ogen voor sluiten.’
In hun verklaringen gaan de Nederlandse F-bedrijven daaraan voorbij. Philips zegt dat de activiteiten in Rusland zijn afgeschaald tot het leveren van medische systemen, zoals MRI-scanners. ‘In lijn met alle wetgevingen en sancties blijven we dat doen. Toegang tot zorg is een basismensenrecht.’ Maar in de Russische Philips-webwinkel, die er precies zo uitziet als de Nederlandse website, zijn nog steeds ledlampen, scheerapparaten en allerhande huishoudelijke artikelen te koop.
De hamvraag is: handel je naar de letter van de wet of de geest van de wet? Dat zegt Rusland-expert Helga Salemon van het Nederlandse buitenlandinstituut HCSS. ‘Direct of indirect houd je door te blijven het regime in stand. Je blijft de schatkist spekken. Maar zelfs het argument dat je essentiële producten levert, vind ik nogal wat. Ziet een bedrijf als Philips het als zijn taak om Rusland overeind te houden?’
Unilever, dat in 2013 premier Rutte nog de eerste steen liet leggen voor een nieuwe vestiging in St.-Petersburg, heeft nog steeds vier fabrieken draaien in Rusland, met in totaal drieduizend werknemers. Het bedrijf zegt dat het alle im- en export van producten uit Rusland heeft stopgezet, niet verder zal investeren en niet zal profiteren van de aanwezigheid in Rusland. Er gaat geen geld meer naartoe en er wordt geen geld uitgehaald.
Wel gaat het bedrijf door met het leveren van in Rusland gefabriceerde ‘dagelijkse essentiële voedsel- en hygiëneproducten’, zoals de Magnat, de Russische naam van de Magnum. En het betaalt wel gewoon belasting aan het Kremlin. Door de Magnums te blijven leveren, voorkomt de inmiddels volledig Britse multinational bovendien dat de Russen hun levensstandaard zien dalen. Dat is een belangrijk gegeven, want volgens sommige analisten is een dalende levensstandaard voor de Russen een van de weinige zaken die Poetin echt in de problemen zou kunnen brengen.
Unilever-baas Alan Jope verdedigde de aanwezigheid donderdag bij een toelichting op de jaarcijfers. ‘Het is niet zo simpel. We hadden kunnen stoppen, dan had Poetin het overgenomen, wat bitter zou zijn. Met een verkoop zouden we de controle kwijtraken. Daarom is dit de beste oplossing, ook principieel.’ Volgens Jope levert de huidige aanpak de Russische schatkist ook de minste belastingen op.
De Bavaria-brouwers van Swinkels probeerden de oorlog het afgelopen jaar zo veel mogelijk te negeren. ‘Het is onverstandig voor een bedrijf om een rol te spelen in dit soort conflicten’, zei topman Peer Swinkels in april tegen het AD. ‘In zijn algemeenheid willen wij totale volken niet wegzetten als fout, dus ook de Russen niet.’
Het bedrijf uit het Brabantse Lieshout laat zijn bieren in Rusland in licentie maken door de Moscow Brewing Company (MBC), dat Bavaria, Bavaria Malt 0.0 en Hollandia brouwt. Afgelopen najaar werd zelfs een nieuwe variant gelanceerd, Bavaria Alcoholvrij, met 0,5 procent alcohol. Hoewel Swinkels de licentieovereenkomst in juni zegt te hebben opgezegd, was een directe productiestop ‘onmogelijk’, volgens een verklaring. ‘Het verkopen van dranken is geen onderdeel van de Europese sancties tegen Rusland. MBC staat niet op de sanctielijst. Daarom is het onmogelijk om eenzijdig te stoppen met de productie van onze merken door MBC. Er is geen juridische grond om dat te doen.’
Dat is echter geen argument . Elk bedrijf dat zich heeft teruggetrokken uit Rusland heeft daarvoor contracten moeten verbreken – met partners, toeleveranciers, personeel. Dat kost geld. De vraag is alleen: vind je dat het waard?
Dat het Yale-team van Sonnenfeld de zaken graag positief ziet, blijkt uit het feit dat zij de beoordeling van Swinkels afgelopen week wel hebben aangepast. Op aandringen van de brouwer, die de Amerikanen de afgelopen weken wees op het beëindigen van de licentieovereenkomst met MBC, krijgt Swinkels nu een A.
Op vragen hoeveel Swinkels nog aan de Russische Bavaria verdient, en wanneer het contract afloopt, kan een woordvoerder geen precies antwoord geven. ‘De inkomstenstroom uit Rusland is heel beperkt. We zijn immers een heel kleine speler op de Russische biermarkt. Vanuit de inkomstenstroom doneren we geld aan Oekraïne. Het is gebleken dat afkoop van het licentiecontract niet tot de mogelijkheden behoorde bij onze partner. Over contractuele voorwaarden met klanten en leveranciers doen we verder nooit uitspraken. Dat is onderdeel van de afspraken met hen. Meer kunnen we er niet over zeggen.’
Wat koffie- en theemaker JDE Peet’s gaat doen, is nog onduidelijk. Het bedrijf heeft geen gehoor gegeven aan een recente oproep van sommige grote beleggers om Rusland te verlaten, zoals koffiereus Starbucks dat heeft gedaan. In het laatste persbericht, over de strategische vorderingen, wordt met geen woord gerept over Rusland.
Wel zeggen ze dat ze de ‘werknemerstrots hebben hersteld’ en ‘van een achterblijver een koploper in maatschappelijke betrokkenheid zijn geworden’. Dit maatschappelijke verantwoordelijkheidsgevoel lijkt echter vooral te draaien om de lancering van een volledig composteerbare koffiecapsule in 2023, waar het bedrijf wél veel woorden aan wijdt. Het is namelijk een ‘nieuw-voor-de-wereld-technologie’ die een ‘high-quality in-cup experience’ moet leveren. ‘Deze innovatie wordt in geselecteerde markten geïntroduceerd.’ Wie weet is Oekraïne een van de gelukkigen.
Ondertussen zal onbekend blijven met hoeveel roebels het moederbedrijf van Douwe Egberts en Pickwick Poetins schatkist heeft gevuld. JDE Peet’s heeft de Nederlandse Tax Governance Code, waarin bedrijven beloven per land te melden hoeveel belasting ze betalen, als een van de weinige grote beursgenoteerde bedrijven niet ondertekend.
Met medewerking van Geert Groot Koerkamp